In een klooster leefde een monnik die zijn gehele kloosterleven had gewijd aan het ontcijferen en herschrijven van oude Bijbelteksten. Al die jaren had hij binnen dat klooster geleefd en was hij alleen voor het hoogst noodzakelijke buiten de kloosterpoort geweest. Inmiddels was hij een oude man geworden, en de laatste tijd voelde hij zich niet zo goed.
Opeens kreeg hij, zonder aanwijsbare reden, het sterke gevoel om de wereld buiten het klooster te gaan verkennen. Het volgende moment zag hij dat de hoofdingang van het klooster openging, en dat hem, door die poort, een groot, helder Licht tegemoetkwam. Voor het eerst sinds jaren ervoer de monnik een gevoel van Liefde en warmte, en ook al voelde hij zich de laatste tijd erg moe, nu voelde hij zich licht en leek het wel of hij door die openstaande kloosterpoort naar buiten zweefde.
Eenmaal buiten die poort zag hij een prachtige wereld met de allermooiste bloemen, bomen en natuur. En tot zijn verbazing zag hij zijn vader en moeder – die allang overleden waren – verschijnen, samen met nog andere overleden familieleden …. en zij allen stonden in het volle, glorieuze Licht!
Het viel de monnik op dat er in deze omgeving zoveel Liefde heerste, Liefde die hij al die jaren zo heeft gemist gedurende zijn dienstbare kloosterleven. Hij vroeg zijn vader waar hij was, in welke wereld hij zich bevond. ‘In de Hemel mijn kind’, was zijn vaders antwoord.
 
‘Maar dat kan helemaal niet, want waar is God dan? Ik vrees Zijn toorn, vanwege de vele dingen die ik verkeerd heb gedaan in Zijn ogen’ reageerde de monnik, waarop zijn vader zei: God is Liefde, pure Liefde! En God leeft in alles en iedereen om ons heen. Jij bent nu vrij mijn kind, jouw liefdeloze kloosterleven is voorgoed voorbij. Dat was jouw gekozen leerschool op de Aarde. 
 
Kom, ga met ons mee, dan zul je zien hoe volmaakt het leven hier is. Jouw échte leven, vol Licht en Liefde, begint hier! Maar ooit zal je terugkeren in een ander lichaam en op een andere locatie, om daar jouw laatste lesjes nog te leren.’
De monnik besefte dat z’n kloosterleven op Aarde één grote leugen was geweest, hem voorgehouden door nog onwetende Aardse mensen. Maar hier werd zijn hele wezen gevuld met Liefde, en vol blijdschap ging hij met z’n ouders mee naar Het Licht.
Het volgende moment ‘zag’ ik dat de oude monnik werd opgenomen door het Hemelse Licht en ‘voelde’ ik dat hij ZIELSGELUKKIG was.
Veel liefs, Ans