Ergens in een islamitisch land, in een afgelegen, woestijnachtig gebied, liepen twee gesluierde vrouwen. Opeens zagen en hoorden zij een enorme explosie in de lucht, waar ze heel erg van schrokken. Toen de vrouwen verder liepen zagen ze verderop een heel klein (buitenaards) wezentje in het zand liggen. Voorzichtig tilden ze het wezentje op, verborgen hem onder hun boerka, en liepen snel terug naar hun dorpje, waarna ze hem verstopten in hun huisje.

De vrouwen hadden het wezentje precies op tijd gered, want niet veel later arriveerden er – net buiten hun dorpje en vanuit het niets – een paar legertrucks met militairen. Deze militairen ‘onderzochten’ nauwkeurig de omgeving, en de diverse materialen die zij  daar vonden werden snel ‘opgeruimd’ – oftewel in hun trucks geladen.

Een aantal van de militairen ging naar het bergdorpje om de bewoners te ondervragen. De twee vrouwen waren doodsbang dat die militairen achter hun geheim zouden komen – en dat ze misschien wel gedood zouden worden vanwege hun bijzondere vondst – maar gelukkig konden ze de militairen afwimpelen en bleef het wezentje veilig in hun huisje.

Beide vrouwen hadden het idee dat dit bijzondere wezentje uit de Hemel was gevallen en door Allah gezonden was. Ze spraken af om er met niemand over te praten, zelfs niet met hun eigen mannen. Gelukkig waren die, samen met alle andere mannen, voorlopig buiten het dorp om hun kudde te laten grazen, daardoor konden de vrouwen hun geheim gemakkelijk voor zichzelf houden.

Zo verstreken de dagen. Alleen viel het de vrouwen op dat er elke avond vele vreemde lichten aan de Hemel te zien waren. Op zich vonden ze die vele lichten niet bijzonder – die hadden ze al vaker ’s nachts gezien – maar nu gebeurde dat élke avond, en dát vonden ze wél vreemd. Ze vroegen zich af of die lichten misschien iets met het kleine wezentje te maken kon hebben.

Een paar dagen later namen ze het wezentje ’s avonds laat mee naar buiten om hem die lichten in de nachtelijke Hemel te laten zien, en opeens, van het ene op het andere moment, was het wezentje verdwenen – hij was ‘opgestraald’ in die nachtelijke Hemel!  En het bijzondere was dat vanaf dat moment de vreemde lichten ook verdwenen waren.

De dag nadat het buitenaardse wezentje was ‘opgestraald’ zagen de vrouwen dat er kleine plantjes achtergelaten waren in de woestijn, en na een tijdje gaven die plantjes prachtige blauwe bloemen!

Toen de beide vrouwen dat zagen herinnerden zij zich het gezegde dat ‘wanneer er blauwe bloemen bloeien in de woestijn zal alles in de wereld gaan veranderen’.

Deze vrouwen waren een bijzondere ervaring rijker en hadden samen een mooi, dierbaar geheim!

Veel liefs, Ans