Hij was een man van de wereld: succesvol en rijk, volop genietend van het luxe leven en omringd door vele vrienden en mooie vrouwen! Hij was al jaren getrouwd met een lieve vrouw die, ondanks zijn vele vreemdgaan, veel van hem hield en hem steunde.

Op een dag kreeg deze man een ernstig auto-ongeval. Hij overleefde dat ongeluk maar hield er wel een dwarslaesie aan over, waardoor hij de rest van z’n leven in een rolstoel moest zitten. Daardoor veranderde zijn leven drastisch en werd hij een onaangenaam, verbitterd mens die boos was op de wereld, en op alles en iedereen om hem heen.

Na het ongeluk ging het ook zakelijk slecht met hem, en tot zijn verbazing hoorde of zag hij niets meer van z’n vroegere vrienden – laat staan van de vele vriendinnen!

Na verloop van tijd was deze ooit zo succesvolle man álles kwijt wat hij in al die jaren had opgebouwd, en moest hij zijn trots opzij zetten en z’n luxueuze villa verruilen voor een klein, eenvoudig huisje tussen ‘het gewone volk’.

Eenmaal wonend in z’n rijtjeshuis kwam hij er al gauw achter dat dat ‘gewone volk’ eigenlijk heel aardig en hulpvaardig was.  Op een dag stierf zijn vrouw geheel onverwacht, en toen pas besefte de man hoeveel hij van haar hield, en ook hoe zij zich al die jaren voor hem had weggecijferd.

Vanwege z’n dwarslaesie kon hij zich niet zonder hulp in z’n eigen huisje redden, dus moest hij verhuizen naar een eenpersoons kamertje in een verzorgingstehuis annex revalidatiecentrum.

In de gemeenschappelijke ruimte van dat tehuis ontmoette hij andere patiënten die er, qua handicap, vaak veel erger aan toe waren dan hij.

Wat de man heel opmerkelijk vond was dat deze vaak nog jonge mensen hun zware lot accepteerden, en dat zij níet verbitterd waren zoals hij, maar juist blij en gelukkig met wat ze nog wél hadden en konden doen. Deze positieve instelling en mentaliteit zette de man aan het denken.

Hij raakte bevriend met een ernstig gehandicapt jongetje, en het duurde niet lang of hij trok dagelijks op met het kleine, vrolijke manneke; hij las hem verhaaltjes voor, speelde met hem, en hielp het knulletje voor zover dat binnen zijn mogelijkheden lag.

De man ging zowaar van dit blije kind houden, en realiseerde zich dat zijn leven nu, voor het allereerst, pas écht zinvol was: nu pas was hij oprecht gelukkig!

Tja, soms moeten wij mensen eerst door diverse moeilijke fases heen voordat we beseffen dat het leven zélf ons leert begrijpen waaróm die dingen ons gebeuren. Zodra je dat inziet en accepteert, dan heb je de Lessen van het Leven begrepen.

Veel liefs, Ans