Tijdens een visioen zag ik een Hemelreiziger die enigszins weemoedig omkeek naar zijn sigaarvormige ruimteschip. Die zou nl. zonder hem vertrekken, want deze ruimtereiziger had er voor gekozen om tijdelijk als mens op de Aarde gestationeerd te blijven.

In een heel ver verleden had deze ruimtereiziger de Aarde nog in haar volle glorie gezien, maar wat hij nu zag maakte hem erg verdrietig, want de eens zo paradijselijke Aarde was verworden tot een ernstig zieke planeet waarop zich vele conflicten en oorlogen afspeelden.

Heel begrijpelijk’, dacht hij, ‘want er leven nu veel mensen op de Aarde die geïncarneerd zijn vanaf de ‘oorlogsplaneten’ Mars en Saturnus. De conflict-energie van die planeten zit nog steeds in ‘het weten’ van die geïncarneerde mensen, en zij worden nu, op de een of andere manier, getriggerd om hun conflictgedrag weer voort te zetten op de Aarde.’

Moeder Aarde heeft een heel groot ‘Bewustzijn’, en daarmee communiceerde Zij met de zojuist gearriveerde ruimtereiziger rechtstreeks het volgende: ‘Welkom mijn vriend en dank U voor Uw aanwezigheid, want de tijd is rijp voor de vele veranderingen die komen gaan.

Weet dat op dit moment bijna de gehele mensheid volledig onder controle staat van hun Aardse leiders, en dat die leiders hen hún wil opleggen om ze monddood te maken.

Maar er zal een tijd aanbreken dat de Aardse polen zullen omdraaien, waardoor niet alleen het magnetisme van de Aarde zal veranderen, maar ook álle vormen elektriciteit en technische communicatie weg zullen vallen.

Vanaf die tijd zullen de mensen weer volledig op zichzelf zijn aangewezen, en zullen ze eindelijk onder het juk van hun Aardse leiders uit komen.

Ik wil U nogmaals welkom heten, en U – en de vele anderen die met U zijn – danken voor Uw steun om dat proces te begeleiden en tot een goed einde te brengen.’

En toen stierf de stem weg en vervaagden de beelden.

Veel liefs, Ans