Bückel is een menselijk uitziend wezen dat uit het 71 ste Zonnestelsel komt.  Zijn planeet heet Esconja, en dat is een planeet waarop de evolutie die van de Aarde ver vooruit is. De wezens daar kunnen dmv collectieve gedachtenkrachten creëren wat ze maar willen. Dat betekent dat als zij met hun gedachten bijv. een huis willen scheppen, dan gebeurt dat dus ook.

In het verre verleden hebben deze wezens onze planeet al eerder bezocht met hun ruimteschepen. Deze ruimteschepen hadden zij ook  met hun gedachtenkrachten vorm gegeven.

Bückel zei “Deze kennis van gedachtenkrachten hebben wij ook aan de bewoners van andere planeten doorgegeven. Het lijkt misschien toverkunst, maar niets is minder waar. Voor diverse mensen op jullie Aarde hebben wij in vroegere tijden zulke kleine wonderen gedaan. Jullie dachten toen dat wij tovenaars waren. In jullie ogen was dit misschien ook zo.”

“Met onze ruimteschepen zijn wij vele keren op jullie Aarde geland. De mensen dachten toen dat wij Goden waren en gingen ons aanbidden. Dat was niet goed. Wanneer wij jullie Aarde bezoeken dan hebben we onze basis onder het water. Dat is een zeer geschikte plek voor ons, want wij willen de mensheid niet bang maken.”

“Op onze planeet zijn we zo ver dat wij de Ziel van het lichaam kunnen scheiden. Als wij reizen dan nemen wij een ‘reislichaam’ aan. Voor jullie mensen lijkt dat lichaam heel echt,  jullie zouden het verschil niet eens zien. Ook kunnen wij onszelf opdelen; wij kunnen dus eigenlijk wel zo’n tien lichamen tegelijk aannemen, als wij dat willen. Ons geestelijk brein is zo groot; zo’n opdeling maakt voor ons niets uit.”

“Wij hebben vele vriendschappen in het Universum en gaarne zouden wij ook jullie, als jullie zover zijn,  in onze Kosmische Kring op willen nemen. Gelukkig gaan de mensen op jullie Aarde meer en meer voor deze materie openstaan. Dat moet ook, want weet dat wij gaarne, als de tijd daar is, onze kennis aan jullie willen doorgeven. Maar zover is het nu nog niet. Jullie moeten eerst leren om jullie gedachtengangen onder controle te houden. Wij proberen jullie daarbij te helpen.”

“Eten hoeven ons soort wezens niet meer, wij laven ons aan Kosmische Energie.  Maar als wij een kunstlichaam aangenomen hebben, dan kunnen wij wél gewoon eten en drinken.”

“We zijn vele keren met ons ‘reislichaam’ tussen jullie Aardmensen geweest. Wij vroegen dan om jullie gastvrijheid. Velen hebben ons geherbergd zonder dat zij wisten wie wij waren. Als dank gaven wij hen daarvoor veel terug: dingen die jullie ‘mazzel’ zouden noemen. Wij deden dit soort ‘testen’ om de mensheid geestelijk te peilen; om te kijken hoe ver een mens soms, in zijn goedheid, voor een ander wilde gaan.”

“Veelal waren dat mensen die zelf eigenlijk niets hadden, maar die tóch dat ene brood dat ze hadden met ons wilden delen. Maar hoe anders was het bij de mensen die overvloed hadden! Door hen werden we vaak weggestuurd.”

“Zo zie je dat geld bij jullie op Aarde soms het duivelse kan symboliseren. Geld maakt alles kapot, hecht er niet te veel waarde aan. De tijd zal komen dat er geen geld meer op jullie wereld is, en met het geld verdwijnt de macht. Allen zullen weer gelijk zijn.”

“Er zal een systeem ontstaan waarin alle mensen maar enkele uren per dag hoeven te werken en verder hebben ze veel vrije tijd. Er zal eensgezindheid zijn en blijdschap. Jullie zullen weer voorwerpen en voedsel gaan ruilen, net als vroeger een soort ruilhandel. Maar niemand zal er rijk van worden. De mensen zullen anders tegenover elkaar staan. Veel dingen zullen gezamenlijk worden  gedaan.”

“In de liefde zal men vrijer worden, doch niet zoals nu, want deze manier is uit den boze. Van binnenuit zal meer en meer een soort van bevrediging ontstaan, op dezelfde manier zoals jullie schone muziek ervaren, of zoals je naar een klein kind of een dier kunt kijken. De mensheid zal meer en meer met haar hart gaan werken.”

“Dit alles staat jullie Aardmensen te wachten, al zal het nog een tijdje duren voor ieder mens van deze materie op de hoogte is. Wij zijn met vele Wezens bezig om jullie op dat peil te brengen. Ga gestaag verder in de spiraal van de evolutie, je zult er alles mee winnen en niets verliezen.  Ga zo door. Verspreid je boodschap aan de mensheid, en als ze je uitlachen omdat ze het niet begrijpen, laat ze lachen, word niet boos. Denk bij jezelf “Ik heb het Licht al in mijn hart, en er is niemand die me dat kan afnemen. Probeer een Licht te zijn voor een ieder!”

Dit waren de wijze woorden van Bückel.